37. condamne l'appel du Président iranien à "rayer Israël de la carte"; exprime sa préoccupation devant la situation des droits de l'homme en Iran et le fait que le dialogue sur les droits de l'homme avec l'Iran – en raison du manque d'engagement de ce pays – a été interrompu depuis la dernière
rencontre qui a eu lieu en juin 2004; demande à l'Iran de renouer le dialogue et, avec le concours de l'Union européenne, de définir des repères en vue d'arriver à de véritables progrès dans ce domaine; se félicite de la déclaration claire qui figure dans les conclusions du Conseil du 12 décembre 2005 à cet égard; demande au Conseil,
en partic ...[+++]ulier, de poursuivre ses démarches auprès de l'Iran au sujet de cas individuels et se félicite à cet égard de l'engagement de la Présidence autrichienne; déplore le bilan négatif en matière de droits de l'homme des six premiers mois du mandat du nouveau Président Mahmoud Ahmadinejad à la tête du gouvernement et invite la Commission à mettre en œuvre toutes les mesures qui doivent être prises dans le cadre de l'initiative européenne en faveur des droits de l'homme, pour intensifier les contacts et la coopération avec la société iranienne et continuer à soutenir la démocratie et la défense des droits de l'homme dans ce pays; 37. veroordeelt de oproep van de president van Iran om Israël van de kaart te vegen; uit zijn bezorgdheid over de toestand van de mensenrechten in Iran en over het feit dat de mensenrechtendialoog met Iran – vanwege Irans geringe engagement – sinds de vorige gespreksronde van juni 2004 onderbroken is; roept Ir
an op om de dialoog weer te hervatten en op basis van de inbreng van de EU criteria voor echte vorderingen op het vlak van de mensenrechten te definiëren; is verheugd over de duidelijke verklaring daarover in de conclusies van de Raad van 12 december 2005; moedigt de Raa
d aan met name zijn ...[+++]demarches in Iran inzake individuele gevallen voort te zetten en is in dit verband verheugd over de sterke betrokkenheid van het Oostenrijkse voorzitterschap; drukt zijn spijt uit over Irans slechte staat van dienst inzake de mensenrechten gedurende de eerste zes maanden van de ambtstermijn van president Mahmou Ahmadinejad en verzoekt de Commissie om in het kader van het Europese initiatief voor mensenrechten alle nodige maatregelen te nemen om de contacten en samenwerking met het Iraanse maatschappelijk middenveld te versterken en de democratie en mensenrechten verder te ondersteunen;