La différence de traitement résultant de l'article 21bis, § 3, 9°, du décret du 4 janvier 1999 a pourtant notamment pour effet d'empêcher la nomination à titre définitif au 1 janvier 2013 de personnes qui, le 1 septembre 2012, occupaient un emploi non vacant de proviseur depuis plus longtemps que des personnes qui, à cette date, occupaient temporairement un emploi vacant de proviseur sans que cette occupation ne résulte d'un choix délibéré de la personne.
Het verschil in behandeling dat voortvloeit uit artikel 21bis, § 3, 9°, van het decreet van 4 januari 1999 heeft nochtans onder meer tot gevolg de benoeming in vast verband op 1 januari 2013 te beletten van personen die, op 1 september 2012, sinds langere tijd dan personen die, op die datum, tijdelijk een vacante betrekking van provisor bekleedden, een niet-vacante betrekking van provisor bekleedden, zonder dat het bekleden van die betrekking het gevolg is van een bewuste keuze van de persoon.