L'article 16, § 5, alinéa 2, de la loi du 29 mars 2004 précise que la personne arrêtée reste en détention jusqu'à la décision sur le pourvoi en cassation pourvu qu'elle intervienne dans les quinze jours de la déclaration de pourvoi.
In artikel 16, § 5, tweede lid, van de wet van 29 maart 2004 is nader bepaald dat de aangehouden persoon in hechtenis blijft tot de beslissing over het cassatieberoep, voor zover dit binnen de termijn van 15 dagen van de verklaring van cassatieberoep geschiedt.