Toutefois, la publicité ne doit pas être idéalisée: elle peut également s’accompagner de pratiques déloyales, envahir l’espace public (p. ex. sous la forme de panneaux publicitaires) et privé (p. ex. sous la forme de courriers électroniques non sollicités), cibler des groupes vulnérables (comme les enfants et les personnes surendettées), créer des barrières potentielles à l’entrée sur le marché intérieur (montants nécessaire pour la publicité trop élevés) et fausser le marché intérieur (en poussant les consommateurs à acheter des biens ou services qu’ils n’auraient normalement pas achetés).
Toch mag zij niet worden geïdealiseerd: oneerlijke praktijken, binnendringen van de publieke ruimte (bijvoorbeeld reclameborden) en de particuliere ruimte (bijvoorbeeld ongevraagde emails), gerichtheid op kwetsbare personen (bijvoorbeeld kinderen, personen met een te hoge schuldenlast), het opwerpen van mogelijke belemmeringen voor de betreding van de gemeenschappelijke markt (wanneer de nodige reclame-uitgaven te hoog zijn) en verstoring van de gemeenschappelijke markt (aankoop van goederen/diensten die de consumenten normaal niet zouden kopen).