Cette Cour conclut uniquement que l'arrêt attaqué, sans violer l'article 37 de la loi organique de l'urbanisme, pouvait tenir compte aussi bien de la politique suivie antérieurement par les autorités - et en l'occurrence du refus antérieur d'un permis de lotir - que de la situation de fait des terrains sur la base de leur situation le long d'une voie suffisamment équipée, de la proximité d'autres habitations et du fait de convenir techniquement pour être bâti.
Het Hof concludeert enkel dat het bestreden arrest, zonder artikel 37 van de Stedenbouwwet te schenden, vermocht rekening te houden zowel met het voorheen door de overheid gevoerde beleid - en met name de eerdere weigering van een verkavelingsvergunning - als met de feitelijke situatie van de gronden aan de hand van de ligging aan een voldoende uitgeruste weg, de nabijheid van andere woningen en de technische geschiktheid voor bebouwing.