Le législateur pouvait donc considérer, en se basant sur le principe de la prévisibilité pour les époux concernés et compte tenu de la diversité des modalités pouvant caractériser un régime matrimonial conventionnel, que cette problématique demeurerait régie par les dispositions qui étaient applicables au moment de l'adoption de ce régime.
De wetgever vermocht derhalve ervan uit te gaan dat die problematiek, op basis van het beginsel van de voorzienbaarheid voor de betrokken echtgenoten en rekening houdend met de diversiteit aan modaliteiten die een bij huwelijkscontract vastgelegd huwelijksvermogensstelsel kan karakteriseren, geregeld zou blijven door de bepalingen die van toepassing waren bij de aanneming van dat stelsel.