En considération de ces éléments, le législateur a pu estimer que, lorsqu'un brevet européen était délivré dans une langue autre qu'une des langues nationales, il ne pouvait produire ses effets dans l'ordre juridique belge que moyennant sa traduction dans l'une de ces langues, mesure que l'article 65, paragraphe 1, de la Convention de Munich l'autorisait d'ailleurs à prendre.
Rekening houdend met die elementen heeft de wetgever kunnen oordelen dat, wanneer een Europees octrooi verleend werd in een andere taal dan een van de nationale talen, het enkel rechtsgevolg kon hebben in de Belgische rechtsorde door middel van de vertaling ervan in één van die talen, een maatregel die hij bovendien krachtens artikel 65, lid 1, van het Verdrag van München kon nemen.