Si, pour des raisons juridiques ou factuelles, l'intéressé ne peut être transféré au cours de la période de validité du document de voyage initialement délivré, l'État membre concerné délivre promptement, c'est-à-dire normalement dans un délai de quatorze jours de calendrier ne pouvant toutefois pas excéder trente jours de calendrier, un nouveau document de voyage ayant la même durée de validité.
Kan de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument worden overgedragen, dan geeft de betrokken lidstaat zo spoedig mogelijk een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn af. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren.