Le mandat de perquisition très détaillé du 1er septembre 1992 portait sur le bureau et dépendances de M. X, sis à Bruxelles, rue de la Loi no 16, et précisait que tous les éléments, documents et/ou objets pouvant faire croire ou se rapporter à des faits d'escroquerie, de faux en écritures ou d'usage de faux pouvaient être saisis.
De zeer ruim omschreven beschikking tot huiszoeking van 1 september 1992 sloeg op «het bureel met aanhorigheden van de heer X, gelegen te Brussel, Wetstraat nr. 16» en preciseerde dat «alle elementen, documenten en/of voorwerpen, kunnende wijzen op, of verband houden met feiten van oplichting, valsheid in geschrifte en gebruik ervan» in beslag konden genomen worden.