Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Appréciation
Compétence discrétionnaire
Liberté d'appréciation
Pouvoir d'appréciation
Pouvoir de libre appréciation
Pouvoir discrétionnaire

Vertaling van "pouvoir d'appréciation l'article " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE
pouvoir d'appréciation | pouvoir de libre appréciation | pouvoir discrétionnaire

discretionaire macht


appréciation | liberté d'appréciation | pouvoir d'appréciation

beoordelingsbevoegdheid


compétence discrétionnaire | pouvoir d'appréciation | pouvoir discrétionnaire

discretionaire bevoegdheid




IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Dans l'hypothèse, par contre, où est saisi un tribunal de la famille autre que celui qu'impose l'article 629bis, § 1, ce tribunal doit se déclarer incompétent, et renvoyer l'affaire au tribunal de la famille compétent en vertu de l'article 629bis, § 1, sans pouvoir apprécier l'intérêt supérieur de l'enfant.

Indien de zaak daarentegen aanhangig wordt gemaakt bij een andere familierechtbank dan die welke wordt opgelegd bij artikel 629bis, § 1, moet die rechtbank zich onbevoegd verklaren en de zaak doorverwijzen naar de familierechtbank die krachtens artikel 629bis, § 1, bevoegd is, zonder het hogere belang van het kind te mogen beoordelen.


Compte tenu de la jurisprudence de la Cour européenne des droits de l'homme rappelée ci-dessus, dont il ressort qu'une évaluation in concreto est requise pour pouvoir apprécier s'il existe un besoin social impérieux , d'une part, et si la restriction est proportionnée au but poursuivi, d'autre part, il apparaît au Conseil d'État que les auteurs de la proposition ne justifient pas suffisamment le champ d'application très général de l'article 5.

In het licht van de hiervoor in herinnering gebrachte rechtspraak van het Europees Hof voor de rechten van de mens, waaruit blijkt dat een afweging in concreto vereist is om te kunnen oordelen of er een « dwingende sociale behoefte » bestaat enerzijds en of de beperking « evenredig » is aan het nagestreefde doel anderzijds, komt het de Raad van State voor dat de indieners van het voorstel onvoldoende het zeer algemene toepassingsgebied van artikel 5 verantwoorden.


A défaut d’accord entre les parents et lorsque l’autorité parentale est conjointe, le juge examine prioritairement, à la demande d’un des parents au moins, la possibilité de fixer un hébergement égalitaire de l’enfant, tout en disposant d’un large pouvoir d’appréciation (article 374, § 2, du Code civil).

Bij gebrek aan akkoord tussen de ouders, in geval van gezamenlijk ouderlijk gezag, onderzoekt de rechter op vraag van minstens één van de ouders bij voorrang de mogelijkheid om de huisvesting van het kind op een gelijkmatige manier tussen de ouders vast te leggen en beschikt hij daarbij over een ruime beoordelingsbevoegdheid (artikel 374, § 2, van het Burgerlijk Wetboek).


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet et R. Leysen, assistée du greffier F. Meersschaut, présidée par le président J. Spreutels, après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par jugement du 6 mai 2015 en cause de K.F. contre P.P. et D.H., dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 18 mai 2015, le Tribunal de première instance de Namur, division Namur, a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 318 du Code civil, en ce qu'il ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 6 mei 2015 in zake K.F. tegen P.P. en D.H., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 318 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de man die het vaderschap van het kind opeist, moet worden ingesteld binnen het jaar na de ontdekking van het feit dat hij de vader van het ki ...[+++]


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Une fois que les faits ont été soumis au juge pénal, l'incidence d'une transaction pénale sur l'indépendance de ce juge, à qui il appartient en principe de se prononcer sur le bien-fondé des poursuites engagées, ne peut donc être compatible avec le droit à un procès équitable et avec l'indépendance du juge inhérente à ce droit qu'à la condition que l'inculpé agisse volontairement et en parfaite connaissance du contenu et des effets d'un accord avec le parquet et que le juge compétent puisse exercer un contrôle suffisant, tant en ce qui concerne la proportionnalité de la transaction pénale envisagée qu'en ce qui concerne sa légalité, en particulier le respect des conditions légales de la transaction, visées par l' ...[+++]

Zodra de feiten aan de strafrechter zijn voorgelegd, kan de weerslag van een minnelijke schikking op de onafhankelijkheid van die rechter, aan wie in beginsel een oordeel over de gegrondheid van de ingestelde vervolging toekomt, derhalve enkel bestaanbaar zijn met het recht op een eerlijk proces en met de daaraan inherente onafhankelijkheid van de rechter op voorwaarde dat de inverdenkinggestelde handelt uit vrije wil en met voldoende kennis van zaken over de inhoud en de gevolgen van een akkoord met het parket, en op voorwaarde dat de bevoegde rechter een volwaardig toezicht kan uitoefenen, zowel wat de proportionaliteit van de voorgenomen minnelijke schikking betreft als wat de wettigheid ervan betreft, inzonderheid de inachtneming van de ...[+++]


Il ressort des explications du délégué du Ministre que l'utilisation du verbe "pouvoir" n'a pas pour objet de conférer à la Banque nationale de Belgique un pouvoir d'appréciation qui irait au-delà de l'examen des conditions fixées par ou en vertu de l'article 34quinquies, § 4, mais renvoie à la compétence qui est ainsi octroyée à la Banque nationale de Belgique de délivrer des autorisations de dispense.

Uit de toelichting van de gemachtigde van de minister blijkt dat het werkwoord "kunnen" niet gebruikt wordt om aan de Nationale Bank van België een beoordelingsbevoegdheid op te dragen die verder zou reiken dan het onderzoek van de voorwaarden die vastgesteld worden bij of op grond van artikel 34quinquies, § 4, maar dat daarmee verwezen wordt naar de bevoegdheid die aldus aan de Nationale Bank van België verleend wordt om vrijstellingen toe te kennen.


Bien que la fixation de la dotation de chaque commune de la zone de secours par le gouverneur implique dans son chef un pouvoir d'appréciation, ce pouvoir n'est pas incompatible avec les articles 10et 11 de la Constitution, combinés avec son article 162, alinéa 1 et alinéa 2, 3°, et avec le principe de la sécurité juridique, étant donné que la disposition attaquée, lue dans son ensemble, indique de manière suffisamment claire les limites dans lesquelles le gouverneur doit mettre en oeuvre sa compétence.

Hoewel de vaststelling van de dotatie van elke gemeente van de hulpverleningszone door de gouverneur voor hem een beoordelingsbevoegdheid impliceert, is die bevoegdheid niet onbestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 162, eerste lid en tweede lid, 3°, ervan en met het beginsel van rechtszekerheid, aangezien de bestreden bepaling, in haar geheel genomen, op voldoende duidelijke wijze de grenzen aangeeft waarbinnen de gouverneur zijn bevoegdheid moet uitoefenen.


En vertu du principe de la légalité des incriminations et des peines qui résulte de l'article 7 CEDH et des articles 12, alinéa 2, et 14 de la Constitution, c'est pour le pouvoir législatif une obligation constitutionnelle de définir les faits qu'il érige en infraction en des termes suffisamment clairs, précis, prévisibles qui ne laissent pas un pouvoir d'appréciation excessif au juge » (avis nº 30.462/2 du Conseil d'État, p. 8).

Krachtens het beginsel van de wettelijkheid van de strafbaarstellingen en van de straffen, dat voortvloeit uit artikel 7 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en uit de artikelen 12, tweede lid, en 14 van de Grondwet, heeft de wetgevende macht de grondwettelijke plicht om in voldoende duidelijke, nauwkeurige en rechtszekerheid biedende bewoordingen te bepalen welke feiten strafbaar worden gesteld, zodat aan de rechter geen al te grote beoordelingsbevoegdheid wordt gelaten. » (Advies nr. 30.462/2 van de Raad van State, blz. 8).


En vertu du principe de la légalité des incriminations et des peines qui résulte de l'article 7 de la convention européenne de sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales et des articles 12, alinéa 2, et 14, de la Constitution, c'est, pour le pouvoir législatif, une obligation constitutionnelle de définir les faits qu'il érige en infraction en des termes suffisamment clairs, précis et prévisibles qui ne laissent pas un pouvoir d'appréciation excessif ...[+++]

Krachtens het beginsel van de wettelijkheid van de strafbaarstellingen en van de straffen, dat voortvloeit uit artikel 7 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en uit de artikelen 12, tweede lid, en 14 van de Grondwet, heeft de wetgevende macht de grondwettelijke plicht om in voldoende duidelijke, nauwkeurige en rechtszekerheid biedende bewoordingen te bepalen welke feiten strafbaar worden gesteld, zodat aan de rechter geen al te grote beoordelingsbevoegdheid wordt gelaten.


En vertu du principe de la légalité des incriminations et des peines qui résulte de l'article 7 CEDH et des articles 12, alinéa 2, et 14 de la Constitution, c'est pour le pouvoir législatif une obligation constitutionnelle de définir les faits qu'il érige en infraction en des termes suffisamment clairs, précis, prévisibles qui ne laissent pas un pouvoir d'appréciation excessif au juge » (avis nº 30.462/2 du Conseil d'État, p. 8).

Krachtens het beginsel van de wettelijkheid van de strafbaarstellingen en van de straffen, dat voortvloeit uit artikel 7 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en uit de artikelen 12, tweede lid, en 14 van de Grondwet, heeft de wetgevende macht de grondwettelijke plicht om in voldoende duidelijke, nauwkeurige en rechtszekerheid biedende bewoordingen te bepalen welke feiten strafbaar worden gesteld, zodat aan de rechter geen al te grote beoordelingsbevoegdheid wordt gelaten. » (Advies nr. 30.462/2 van de Raad van State, blz. 8).




datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

pouvoir d'appréciation l'article ->

Date index: 2023-03-27
w