En effet, si elle repose sur un critère objectif - la cessation de l'activité professionnelle -, elle aboutit à priver du bénéfice de l'article 49 les contribuables dont les frais, reconnus comme professionnels durant l'exercice, perdurent au-delà de la cessation de cette activité, alors même que ces frais, comme les frais professionnels exposés durant l'activité professionnelle, n'ont été
engagés qu'afin de pouvoir exercer celle-ci; or, les articles 23, § 1, 1° à 3°, et 28, 2°, considèrent comme revenus professionnels tant les bénéfices et profits provenant d'une activité professionnelle en cours que ceux résultant d'une activité profe
...[+++]ssionnelle qui a néanmoins cessé; il s'ensuit que le caractère de revenus professionnels des bénéfices et profits résultant d'une activité professionnelle antérieure n'est en rien affecté par la cessation de celle-ci.Hoewel het verschil op een objectief criterium berust - de s
topzetting van de beroepswerkzaamheid - leidt het immers ertoe het voordeel van artikel 49 te ontzeggen aan de belastingplichtigen wier kosten, die als beroepskosten zijn erkend tijdens de uitoefening van hun beroep, voortduren na de stopzetting van die activiteit, terwijl die kosten, zoals de tijdens de beroepswerkzaamheid gemaakte beroepskosten, enkel zijn gemaakt teneinde die beroepswerkzaamheid te kunnen uitoefenen; de artikelen 23, § 1, 1° tot 3°, en 28, 2°, beschouwen evenwel als beroepsinkomsten zowel de winst en de baten die voortvloeien uit een aan de gang zijnde beroe
...[+++]pswerkzaamheid als die welke voortvloeien uit een beroepswerkzaamheid die desalniettemin is stopgezet; daaruit volgt dat het karakter van beroepsinkomsten van de winst en de baten die voortvloeien uit een vroegere beroepswerkzaamheid geenszins wordt geraakt door de stopzetting daarvan.