Le grief selon lequel le contrôle de légalité et la tutelle d'annulation seraient soustraits respectivement aux cours et tribunaux et au Conseil d'Etat est la simple conséquence de l'adoption, par le législateur décrétal, d'une disposition dans une matière qui avait été réglée auparavant par le pouvoir exécutif, plus précisément en raison du fait que la disposition décrétale en cause revient à une abrogation de la règle dite du comblement prévue à l'article 23, 1°, de l'arrêté royal du 28 décembre 1972.
De grief dat het wettigheids- en vernietigingstoezicht zou zijn onttrokken aan de hoven en rechtbanken, respectievelijk de Raad van State, is het loutere gevolg van het aannemen van een bepaling door de decreetgever in een aangelegenheid die voorheen door de uitvoerende macht werd geregeld, meer bepaald doordat de in het geding zijnde decreetsbepaling neerkomt op een afschaffing van de zogenaamde opvullingsregel waarin artikel 23, 1°, van het koninklijk besluit van 28 december 1972 voorzag.