Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
ARPOEC
PO
Pouvoir organisateur
Pouvoir public organisateur

Traduction de «pouvoir organisateur acquise » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
pouvoir organisateur

inrichtende macht | organiserend bestuur


Association représentative des pouvoirs organisateurs de l'enseignement catholique | ARPOEC [Abbr.]

Representatieve vereniging van de inrichtende machten van het katholiek onderwijs | REVIMKO [Abbr.] | RVIMKO [Abbr.]




pouvoir organisateur

Inrichtende macht (élément) | Schoolbestuur (élément)




pouvoir public organisateur

oprichtend openbaar bestuur
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
8° un 16° libellé comme suit est ajouté : « 16° les membres du personnel temporaires visés par l'article 5 de l'arrêté royal du 25 octobre 1971 fixant le statut des maîtres de religion, des professeurs de religion et des inspecteurs de religion des religions catholique, protestante, israélite, orthodoxe et islamique des établissements d'enseignement de la Communauté française et disposant d'une ancienneté de fonction de 450 jours auprès du pouvoir organisateur acquise sur 3 années scolaires au moins, calculés conformément à l'article 5quinquies de l'arrêté royal précité, à la veille de l'entrée en vigueur du présent décret».

8° er wordt een 16° toegevoegd, luidend als volgt : "16° de tijdelijke personeelsleden bedoeld bij artikel 5 van het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot vaststelling van het statuut van de leermeesters, de leraars en de inspecteurs katholieke, protestantse, Israëlitische, orthodoxe en islamitische godsdienst van de onderwijsinrichtingen van de Franse Gemeenschap die een ambtsanciënniteit van 450 dagen tellen bij de inrichtende macht, verworven op minstens 3 schooljaren, berekend overeenkomstig artikel 5 quinquies van het voormelde koninklijk besluit, vlak vóór de inwerkingtreding van dit decreet".


L'exercice des dérogations visées aux paragraphes 1 à 4 ne peut porter préjudice à un membre du personnel mieux titré pour cette(une de ces) fonction(s), candidat pour cette fonction ou une de ces fonction(s) au sein du Pouvoir organisateur, dans les mêmes conditions d'ancienneté mais acquises au cours des trois dernières années scolaires.

De uitoefening van de in de paragrafen 1 tot 4 bedoelde afwijkingen, kan niet nadelig zijn voor een personeelslid dat houder is van een hoger bekwaamheidsbewijs voor dat ambt of voor één van die ambten, en dat kandidaat is voor één van die ambten binnen de inrichtende macht, onder dezelfde anciënniteitsvoorwaarden, die echter in de loop van de laatste drie schooljaren werden verworven".


L'exercice des dérogations visées aux paragraphes 1 à 3 ne peut porter préjudice à un membre du personnel mieux titré pour cette(une de ces) fonction(s), candidat pour cette fonction ou une de ces fonction(s) au sein du Pouvoir organisateur, dans les mêmes conditions d'ancienneté mais acquises au cours des trois dernières années scolaires.

De uitoefening van de in de paragrafen 1 tot 3 bedoelde afwijkingen, kan niet nadelig zijn voor een personeelslid dat houder is van een hoger bekwaamheidsbewijs voor dat ambt of voor één van die ambten, en dat kandidaat is voor één van die ambten binnen de inrichtende macht, onder dezelfde anciënniteitsvoorwaarden, die echter in de loop van de laatste drie schooljaren werden verworven".


§ 1. Les professeurs de religion et de morale non confessionnelle visés aux 1°, 2°, 3°, 4° et 5° du § 1 de l'article 293septdecies/5, voient leurs anciennetés de fonction et de service acquises respectivement auprès du Pouvoir organisateur dans le cadre du décret du 10 mars 2006 précité ou du 6 juin 1994 précité, réputées comme ancienneté de fonction acquise au sens de l'article 34 du décret du 6 juin 1994 précité en qualité de professeurs de philosophie et de citoyenneté, respectivement au degré inférieur ou supérieur selon le cas.

§ 1. De ambtsanciënniteit en de dienstanciënniteit van de leraren godsdienst en niet confessionele zedenleer, bedoeld in 1°, 2°, 3°, 4° en 5° van § 1 van artikel 293septdecies/5, die bij de inrichtende macht, respectief in het kader van het voormelde decreet van 10 maart 2006 of van het voormelde decreet van 6 juni 1994 werden verworven, worden geacht een ambtsanciënniteit te zijn in de zin van artikel 34 van het voormelde decreet van 6 juni 1994, als leraar filosofie en burgerzin, respectief in de lagere graad of in de hogere graad, naargelang van het geval.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Les membres du personnel visés aux 1°, 2°, 3°, 4° et 5° du § 1 de l'article 293septdecies/12, voient leurs anciennetés de fonction acquise auprès du Pouvoir organisateur en qualité de professeurs de religion ou de morale non confessionnelle, réputées comme ancienneté de fonction acquise, au sens de l'article 29bis du décret du 1 février 1993 précité, en qualité de professeur de philosophie et de citoyenneté, respectivement au degré inférieur ou supérieur selon le cas.

De ambtsanciënniteit van de leraren godsdienst en niet confessionele zedenleer, bedoeld in 1°, 2°, 3°, 4° en 5° van § 1 van artikel 293septdecies/12, die bij de inrichtende macht, werd verworven, wordt geacht een ambtsanciënniteit te zijn in de zin van artikel 29bis van het voormelde decreet van 1 februari 1993 als leraar filosofie en burgerzin, respectief in de lagere graad of in de hogere graad, naargelang van het geval.


Les membres du personnel visés aux 1°, 2°, 3° et 4°, de l'article 293duodecies, voient leurs anciennetés de fonction acquise auprès du Pouvoir organisateur en qualité de maîtres de religion et de morale non confessionnelle, réputées comme ancienneté de fonction acquise, au sens de l'article 29bis du décret du 1 février 1993 précité, en qualité de maître de philosophie et de citoyenneté.

De ambtsanciënniteit van de personeelsleden bedoeld in 1°, 2°, 3° en 4° van artikel 293duodecies, die ze bij de inrichtende macht als leermeester godsdienst en niet confessionele zedenleer hebben verworven, wordt geacht een ambtsanciënniteit te zijn die werd verworven in de zin van artikel 29 van het voormelde decreet van 1 februari 1993 als leermeester filosofie en burgerzin.


Les maîtres de religion et de morale non confessionnelle visés aux 1°, 2°, 3° et 4° de l'article 293octies, voient leurs anciennetés de fonction et de service acquises auprès du Pouvoir organisateur dans le cadre du décret du 10 mars 2006 précité ou du 6 juin 1994 précité respectivement, réputées comme ancienneté de fonction acquise au sens de l'article 34 du décret du 6 juin 1994 précité en qualité de maître de philosophie et de citoyenneté.

De ambts- en dienstanciënniteit van de leermeesters godsdienst en niet confessionele zedenleer bedoeld in 1°, 2°, 3° en 4° van artikel 293octies, die bij de inrichtende macht werd verworven in het kader van het voormelde decreet van 10 maart 2006 of van het voormelde decreet van 6 juni 1994, wordt geacht een ambtsanciënniteit te zijn die werd verworven in de zin van artikel 34 van het voormelde decreet van 6 juni 1994 als leermeester filosofie en burgerzin.


Les membres du personnel visés au § 1, alinéa 3, qui n'ont pas bénéficié d'une nomination à titre définitif conformément au § 1, alinéa 1, valorisent l'ancienneté acquise au sein du pouvoir organisateur selon le mode de calcul prévu à l'article 18 et restent soumis à l'application du présent décret, pour autant qu'ils soient prioritaires auprès du pouvoir organisateur conformément à l'article 23, § 1.

De personeelsleden bedoeld in § 1, derde lid die geen benoeming in vast verband hebben gekregen overeenkomstig § 1, eerste lid, behouden de anciënniteit verworven binnen de inrichtende macht volgens de berekeningswijze bedoeld in artikel 18 en blijven onderworpen aan de toepassing van dit decreet voor zover ze prioritair zijn bij de inrichtende macht overeenkomstig artikel 23, § 1.


En outre, dans l'enseignement libre subventionné, le puériculteur qui a fait l'objet d'un licenciement sans préavis pour faute grave, ne peut plus se prévaloir d'aucune ancienneté dans sa fonction auprès des pouvoirs organisateurs de la zone, ni d'aucune priorité auprès du pouvoir organisateur qui a mis fin à ses services, sur base d'une ancienneté acquise auprès d'un autre pouvoir organisateur de la zone.

Bovendien kan de kinderverzorger in het vrije gesubsidieerde onderwijs die ontslagen is wegens een zware fout zich niet meer beroepen op enige anciënniteit in zijn ambt bij de inrichtende machten van de zone, noch van enige prioriteit bij de inrichtende macht die een eind gemaakt heeft aan zijn diensten, op basis van een anciënniteit verworven bij een andere inrichtende macht uit de zone.


Lorsque le pouvoir organisateur a mis fin aux services d'un membre du personnel en application des articles 71octies et 72, § 1, 8° et 9°, ce membre du personnel ne peut revendiquer aucune priorité auprès du pouvoir organisateur qui a mis fin à ses services, sur base d'une ancienneté acquise auprès d'un autre pouvoir organisateur de l'entité pour l'enseignement fondamental, du CES pour l'enseignement secondaire de plein exercice et en alternance, du ca ...[+++]

Wanneer de inrichtende macht een einde stelt aan de diensten van een personeelslid met toepassing van artikelen 71octies en 72, § 1, 8° en 9°, kan dit lid op geen enkele voorrang aanspraak maken bij de inrichtende macht die een einde heeft gesteld aan zijn diensten, op grond van een anciënniteit verworven bij een andere inrichtende macht van de entiteit voor het basisonderwijs, van de S.S.O. voor het voltijds en alternerend secudair onderwijs, van het karakter voor het kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan en voor het onderwijs voor sociale promotie.




D'autres ont cherché : arpoec     pouvoir organisateur     pouvoir public organisateur     pouvoir organisateur acquise     


datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

pouvoir organisateur acquise ->

Date index: 2022-05-29
w