Enfin, ainsi qu'il a été rappelé en B.6.1, le pouvoir organisateur pouvait mettre fin à la désignation à titre temporaire durant le délai de deux ans prévu par l'article 50 du décret du 6 juin 1994, avant sa modification par le décret du 2 février 2007, s'il estimait que la personne concernée ne réunissait pas les capacités et aptitudes requises pour l'exercice de la fonction de directeur.
Ten slotte kon de inrichtende macht, zoals in B.6.1 in herinnering is gebracht, gedurende de termijn van twee jaar bepaald in artikel 50 van het decreet van 6 juni 1994, vóór de wijziging ervan bij het decreet van 2 februari 2007, een einde maken aan de tijdelijke aanstelling, indien zij van mening was dat de betrokken persoon niet over de vereiste capaciteiten en geschiktheid beschikte voor de uitoefening van het ambt van directeur.