L'article 174, alinéa 1 , première phrase, de la Constitution consacre la règle de la périodicité annuelle (ou annualité) du budget et confère à la Chambre des représentants le pouvoir de voter le budget.
Artikel 174, eerste lid, eerste zin, van de Grondwet verwoordt het beginsel van de jaarperiodiciteit (of annaliteit) van de begroting en verleent de Kamer van volksvertegenwoordigers de bevoegdheid om de begroting goed te keuren.