24. considère qu'il doit exister une présomption explicite de conformité des États membres avec l'ensemble des propositions relatives au marché unique; souligne qu'il est grand temps d'établir, dans le droit interne des États membres, une présomption selon laquelle les États membres se conforment, par défaut, à la législation relative au marché unique, à moins de pouvoir invoquer des raisons valables de ne pas remplir leurs obligations;
24. is van mening dat er voor alle voorstellen met betrekking tot de interne markt duidelijke aanwijzingen moeten zijn dat de lidstaten zich daaraan willen houden; onderstreept dat het dringend noodzakelijk is in de wetgeving van de lidstaten als uitgangspunt vast te leggen dat de lidstaten normaliter geacht worden zich aan internemarktwetgeving te houden, tenzij zij kunnen aantonen aanvaardbare redenen te hebben om hun verplichtingen niet na te komen;