On imagine que pour résultat imposable de son activité professionnelle, le contribuable ait déclaré dans une déclaration valable 100, mais que l'administration estime dans un premier temps (1 cotisation supplémentaire) pouvoir imposer 120, et dans un deuxième temps (2 cotisation supplémentaire) pouvoir, se ravisant, imposer 130.
Laten we uitgaan van de veronderstelling dat de belastingplichtige de belastbare inkomsten voortkomend uit zijn beroepsactiviteit, met een juiste en volledige aangifte 100 aangeeft, doch dat de administratie in een eerste fase meent (1e bijkomende aanslag) dat het totaal van het belastbare inkomen 120 bedraagt en in een tweede fase (2e bijkomende aanslag) zich bedenkt en meent dat dit bedrag 130 moet zijn.