Traduction de «pouvoirs législatifs notamment » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

groupe interrégional «Régions avec pouvoir législatif» | groupe interrégional «Régions avec pouvoir législatif» (REGLEG/CALRE)
interregionale groep Regio's met Wetgevende Bevoegdheden | interregionale groep Regio's met Wetgevende Bevoegdheden - Regleg/Calre

pouvoir législatif
wetgevende macht

Conférence des régions européennes à pouvoir législatif | REGLEG [Abbr.]
Conferentie van de Europese regio's met wetgevende bevoegdheid | REGLEG [Abbr.]

pouvoir législatif fédéral
federale wetgevende macht

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

La Constitution consacre la primauté de la notion organique et formelle : pour l'application notamment des dispositions de son titre II qui se réfèrent à la « loi », celle-ci doit être entendue dans un sens organique et formel : c'est tout acte du pouvoir législatif fédéral trouvant son origine dans l'initiative d'une des trois branches de ce pouvoir et impliquant le vote des deux Chambres ­ ou dans certains cas uniquement celui de la Chambre des représentants ­, ainsi que la sanction du Roi, même si cet acte n'a pas de contenu législatif.
De Grondwet geeft voorrang aan de organische en formele invulling van het begrip : met het oog op de toepassing met name van de bepalingen van titel II van de Grondwet die naar de « wet » verwijzen, moet het begrip wet in organische en formele zin worden begrepen : het betreft elke akte van de federale wetgevende macht die geïnitieerd wordt door een van de drie takken van die macht en een stemming in de beide Kamers impliceert ­ in een aantal gevallen is een stemming in de Kamer van volksvertegenwoordigers voldoende ­ en door de Koning moet worden bekrachtigd, ook al heeft die akte geen wetgevende inhoud.

Comme l'a relevé la Cour de cassation, dans son arrêt du 19 mars 1981, rendu sur les conclusions de Mme Liekendael, alors avocat général, « en règle, l'assentiment des Chambres intervient après la conclusion du traité », mais « il peut.la précéder; .il en est notamment ainsi lorsque le pouvoir législatif donne au pouvoir exécutif l'autorisation de se conformer aux règles édictées par le traité, pour autant que les dispositions de celui-ci ne dépassent pas le cadre de la loi nationale » .« À peine de vider l'assentiment de toute portée, il s'impose que « le parlement énonce de manière plus claire qu'il ne le fait à l'ordinaire les limites dans lesquelles il entend approuver par avance les traités donnant effet aux dispositions de lois qu'il adopte » ..».
Zoals het Hof van Cassatie in zijn arrest van 19 maart 1981 heeft opgemerkt, op grond van de conclusie van mevrouw Liekendael, die toen advocaat-generaal was, « wordt de instemming van de Kamers in de regel na het sluiten van het verdrag verleend. Ze kan daar echter ook aan voorafgaan; dat is inzonderheid het gaval wanneer de wetgevende macht aan de uitvoerende macht toestemming geeft om zich naar de door het verdrag opgelegde regels te gedragen, voor zover de bepalingen ervan het kader van de nationale wet niet te buiten gaan » .opdat de instemming niet volledig wordt uitgehold, behoort « het parlement duidelijker dan gewoonlijk aan te geven binnen welke grenzen het van tevoren wil instemmen met de verdragen die bepalingen van de door het Parlement aangenomen wetten in werking laten treden » ..».

Mais « il peut .la précéder; (...) il en est notamment ainsi lorsque le pouvoir législatif donne au pouvoir exécutif l'autorisation de se conformer aux règles édictées par le traité, pour autant que les dispositions de celui-ci ne dépassent pas le cadre de la loi nationale ».
Ze kan daar echter ook aan voorafgaan; dat is inzonderheid het geval wanneer de wetgevende macht aan de uitvoerende macht toestemming geeft om zich naar de door het verdrag opgelegde regels te gedragen, voor zover de bepalingen ervan het kader van de nationale wet niet te buiten gaan ».

Ceci étant, vu notamment le lien des réglementations envisagées avec les pouvoirs des médiateurs, organes relevant du Parlement (25) (26) , leur incidence sur l'exercice de la liberté d'expression des fonctionnaires (27) et l'articulation assurée avec les conditions de déclenchement éventuelle de procédures répressives (28) , plusieurs des questions faisant l'objet des propositions et amendements à l'examen doivent être réglées par le pouvoir législatif, ce qui, compte tenu du caractère indissociablement lié de tout le dispositif envisagé, peut justifier son intervention sur l'ensemble de celui-ci.
In die omstandigheden, gelet onder meer op de samenhang van de opgezette regelingen met de bevoegdheden van de ombudsmannen, als organen die ressorteren onder het Parlement (25) (26) , op de weerslag ervan op de vrijheid van meningsuiting van de ambtenaren (27) en op de gegarandeerde samenhang met de voorwaarden waaronder eventueel strafvorderlijke procedures kunnen worden opgestart (28) , moeten evenwel meerdere aangelegenheden die in de voorstellen en de amendementen worden behandeld, geregeld worden door de wetgevende macht.

Sur ces dernières questions, c'est le pouvoir législatif de chaque niveau de pouvoir compétent qui doit intervenir, agissant, aux termes notamment de l'article 17 de la loi spéciale précitée du 8 août 1980, conjointement par son Parlement et son Gouvernement » (Do c. parl., Parl. Rég. wall., 2010-2011, n° 347/1, pp. 16 à 25).
Sur ces dernières questions, c'est le pouvoir législatif de chaque niveau de pouvoir compétent qui doit intervenir, agissant, aux termes notamment de l'article 17 de la loi spéciale précitée du 8 août 1980, conjointement par son Parlement et son Gouvernement » (Parl. St, W. Parl., 2010-11, nr. 347/1, 16-25).

fait observer que des mécanismes décentralisés constituent un élément clé de la gouvernance à plusieurs niveaux; invite instamment les États membres et les régions, eu égard à la nécessité de simplification, à déléguer la mise en œuvre d'une partie des programmes opérationnels lorsque cela est opportun et à mieux employer notamment les subventions globales; demande instamment à ces acteurs de prendre les mesures nécessaires en matière de décentralisation, tant sur le plan législatif que budgétaire, pour permettre un bon fonctionnement du système de gouvernance à multiniveaux dans le respect du principe de partenariat et du principe de subsidiarité; souligne la nécessité d'une association plus étroite des autorités régionales et locales, en particulier lorsqu'elles sont dotées du pouvoir législatif, dès lors que ce sont elles qui connaissent le mieux les potentialités et les besoins de leurs régions et qui peuvent ainsi contribuer à une meilleure mise en œuvre de la politique de cohésion;
stelt vast dat de gedecentraliseerde uitvoeringsmechanismen een centrale factor voor meerlagig bestuur vormen; verzoekt de lidstaten en de regio's, daar vereenvoudiging noodzakelijk is, de tenuitvoerlegging van een deel van de operationele programma's wanneer zulks wenselijk is te delegeren en met name de globale subsidies beter in te zetten; verzoekt hen de vereiste decentraliseringsmaatregelen op wetgevend en begrotingsniveau te nemen, zodat het stelsel van meerlagig bestuur doelmatig kan werken overeenkomstig de beginselen van partnerschap en subsidiariteit; wijst erop dat regionale en plaatselijke instanties, met name wanneer zij wetgevende bevoegdheden hebben, nauwer moeten worden betrokken, daar zij het best op de hoogte zijn van de mogelijkheden en behoeften van hun regio's, waardoor zij een bijdrage kunnen leveren tot verbeterde tenuitvoerlegging van het cohesiebeleid;

Les parties requérantes allèguent que le décret attaqué viole les règles répartitrices de compétences et les articles 10 et 11 de la Constitution combinés avec la répartition constitutionnelle de compétences entre les pouvoirs législatif et exécutif, laquelle trouve notamment son expression dans les articles 33, 36, 37, 39, 115, § 2, et 121, § 2, de la Constitution, et combinés avec l'interdiction du détournement de pouvoir.
De verzoekende partijen voeren aan dat het bestreden decreet de bevoegdheidverdelende regels en de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, in samenhang gelezen met de grondwettelijke bevoegdheidsverdeling tussen de wetgevende en de uitvoerende macht, die haar uitdrukking onder meer vindt in de artikelen 33, 36, 37, 39, 115, § 2, en 121, § 2, van de Grondwet, alsook met het verbod op machtsafwending.

Les parties requérantes allèguent que le décret attaqué, et en particulier ses articles 2, 3, 5 et 8, violent les articles 10 et 11 de la Constitution combinés avec la répartition constitutionnelle de compétences entre les pouvoirs législatif et exécutif, laquelle trouve notamment son expression dans les articles 33, 36, 37, 39, 115, § 2, et 121, § 2, de la Constitution, et combinés avec l'interdiction du détournement de pouvoir.
De verzoekende partijen voeren aan dat het bestreden decreet, in het bijzonder de artikelen 2, 3, 5 en 8 ervan, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, in samenhang gelezen met de grondwettelijke bevoegdheidsverdeling tussen de wetgevende en de uitvoerende macht, die haar uitdrukking onder meer vindt in de artikelen 33, 36, 37, 39, 115, § 2, en 121, § 2, van de Grondwet, alsook met het verbod op machtsafwending.

Les parties requérantes allèguent, comme troisième moyen, que le décret attaqué viole les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec la répartition constitutionnelle des compétences entre le pouvoir législatif, d'une part, et le pouvoir judiciaire et le Conseil d'Etat, d'autre part, telle que cette répartition ressort notamment des articles 33, 36, 39, 40, 115, § 2, et 160 de la Constitution, avec les articles 13 et 160 de celle-ci, avec les articles 6, 13 et 14 de la Convention européenne des droits de l'homme et avec l'interdiction du détournement de pouvoir.
De verzoekende partijen voeren als derde middel de schending aan door het bestreden decreet van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de grondwettelijke bevoegdheidsverdeling tussen de wetgevende macht, enerzijds, en de rechterlijke macht en de Raad van State, anderzijds, zoals die onder meer blijkt uit de artikelen 33, 36, 39, 40, 115, § 2, en 160 van de Grondwet, met de artikelen 13 en 160 van de Grondwet, met de artikelen 6, 13 en 14 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en met het verbod op machtsafwending.

Les parties requérantes allèguent, comme troisième moyen, que le décret attaqué et en particulier ses articles 3, 5, 6, alinéa 2, et 8 violent les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec la répartition constitutionnelle des compétences entre le pouvoir législatif, d'une part, et le pouvoir judiciaire et le Conseil d'Etat, d'autre part, telle que cette répartition ressort notamment des articles 33, 36, 39, 40, 115, § 2, et 160 de la Constitution, avec les articles 13 et 160 de celle-ci, avec les articles 6, 13 et 14 de la Convention européenne des droits de l'homme et avec l'interdiction du détournement de pouvoir.
De verzoekende partijen voeren als derde middel de schending aan door het bestreden decreet, in het bijzonder de artikelen 3, 5, 6, tweede lid, en 8 ervan, van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de grondwettelijke bevoegdheidsverdeling tussen de wetgevende macht, enerzijds, en de rechterlijke macht en de Raad van State, anderzijds, zoals die onder meer blijkt uit de artikelen 33, 36, 39, 40, 115, § 2, en 160 van de Grondwet, met de artikelen 13 en 160 van de Grondwet, met de artikelen 6, 13 en 14 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en met het verbod op machtsafwending.