Les zones ouvertes des massifs forestiers abritent des prairies maigres et des pelouses calcaires, très riches d'un point de vue floristique et contribuent à l'habitat de la pie grièche écorcheur; ainsi que de petites surfaces de mégaphorbiaies.
De open gebieden van bosgebieden herbergen schrale weiden en kalkgraslanden, zeer rijk aan flora, en dragen bij tot de habitat van de grauwe klauwier; alsook kleine oppervlakten voedselrijke ruigten.