Cette loi du 30 juin 2000 précitée visait à « formaliser le droit de recours tel qu'il est actuellement pratiqué de manière informelle, pour l'ensemble des matières fiscales qui ressortissent de la compétence de l'administration des douanes et accises » (Doc. parl., Chambre, 1999-2000, DOC 50-0438/001, p. 4) et à « mettre en concordance le droit de recours administratif en matière de douane et d'accise avec celui qui existe pour les autres impôts au vu des lois du 15 mars 1999 et 23 mars 1999 » (ibid., p. 1).
Die voormelde wet van 30 juni 2000 strekte ertoe « het administratieve beroep, zoals dit thans informeel wordt uitgeoefend, te formaliseren voor alle fiscale materies waarvoor de Administratie der douane en accijnzen bevoegd is » (Parl. St., Kamer, 1999-2000, DOC 50-0438/001, p. 4) en « het recht op administratief beroep inzake douane en accijnzen in overeenstemming te brengen met het recht dat bestaat voor de andere belastingen op grond van de wetten van 15 maart 1999 en 23 maart 1999 » (ibid., p. 1).
