K. considérant que, dans la même perspective, une importance particulière doit être accordée au rapport intérimaire du Secrétaire général du Conseil de l'Europe établi dans le cadre de l'enquête conduite au titre de l'article 52 de la convention européenne des droits de l'homme, ainsi qu'aux déclarations de celui-ci lors de la conférence de presse du 12 avril 2006 qui font suite aux réponses détaillées fournies par les États membres du Conseil de l'Europe et, parmi eux, les États membres de l'Union européenne; que le Secrétaire général déclare qu'il est clair que des vols de restitution
ont eu lieu et que "pratiquement aucun de ...[+++]nos États membres ne dispose de mesures législatives et administratives propres à protéger efficacement les personnes contre des violations de droits de l'homme commise
s par des agents de services de sécurité étrangers amis opérant sur leur territoire", et qu'il a "reçu une réponse reconnaissant officiellement que des personnes avaient été 'remises' à des agents étrangers par le biais de procédures qui ignorent les normes et mesures de sauvegarde exigées par la convention européenne des droits de l'homme et d'autres instruments juridiques du Conseil de l'Europe" ,
K. overwegende dat vanuit dezelfde optiek bijzondere aandacht moet worden besteed aan het interimverslag van de secretaris-generaal van de Raad van Europa dat is opgesteld naar aanleiding van het onderzoek dat uit hoofde van artikel 52 van het EVRM is gevoerd, alsook aan zijn verklaringen tijdens de persconferentie van 12 april 2006 na de gedetailleerde antwoorden van de lidstaten van de Raad van Europa en dus ook van de lidstaten van de Europese Unie; eveneens overwegende dat de secretaris-generaal verklaart dat het duidelijk vaststaat dat uitleveringsvluchten hebben plaatsgevonden en dat zo goed als geen enkele lidstaat over eigen wettelijke en administratieve maatregelen beschikt om op een doeltreffende manier zijn onderdanen te besche
...[+++]rmen tegen inbreuken op de rechten van de mens die worden begaan door op hun grondgebied opererende agenten van veiligheidsdiensten uit bevriende derde landen, en dat hij een antwoord heeft gekregen waarin officieel wordt erkend dat personen aan buitenlandse agenten zijn overgedragen via procedures die niet stroken met de vereiste normen en maatregelen van het EVRM en andere juridische instrumenten van de Raad van Europa ,