Si la réduction à la suite de l'application du § 5 ou du § 6 donne lieu à une capacité agréée subsidiable de moins de 50 places, l'agrément et le subventionnement du service peuvent, à titre d'exception temporaire à l'article 15, § 1, durer au maximum jusqu'à la fin du premier trimestre suivant l'année calendaire pendant laquelle la capacité a été réduite.
Indien de vermindering ten gevolge van de toepassing van § 5 of § 6 leidt tot een erkende subsidiabele capaciteit van minder dan 50 plaatsen, kan de erkenning en subsidiering van de dienst, als tijdelijke uitzondering op artikel 15, § 1, maximaal lopen tot het einde van het eerste kwartaal, volgend op het kalenderjaar waarin de capaciteit werd verminderd.