3. À moins que cela ne soit contraire aux intérêts de la victime ou au bon déroulement de la procédure, les États membres autorisent la victime à être accompagnée d'une personne de son choix lors du premier contact avec une autorité compétente, lorsque, en raison des répercussions de l'infraction, la victime a besoin d'aide pour comprendre ou être comprise.
3. Behoudens wanneer dit strijdig zou zijn met de belangen van het slachtoffer of wanneer afbreuk zou worden gedaan aan de rechtsgang, staan de lidstaten toe dat het slachtoffer zich bij het eerste contact met een bevoegde autoriteit laat vergezellen door een persoon naar keuze, indien het slachtoffer, gezien de effecten van het strafbare feit, ondersteuning behoeft bij het begrijpen of begrepen worden.