Compte tenu de l'imprécision des termes employés dans le décret, le législateur décrétal aurait violé la liberté d'enseignement soit en accordant au Service de l'Inspection générale le pouvoir d'apprécier ce qu'est un « niveau d'études équivalent », soit en contraignant celui-ci à prendre uniquement en compte, dans son évaluation, les socles de compétences, les compétences terminales, les savoirs communs requis et les compétences minimales visés dans le décret précité du 24 juillet 1997.
Rekening houdend met de onnauwkeurigheid van de bewoordingen van het decreet, zou de decreetgever de vrijheid van onderwijs hebben geschonden, hetzij door aan de Algemene Inspectiedienst de bevoegdheid toe te kennen om te beoordelen wat onder « gelijkwaardig studieniveau » moet worden begrepen, hetzij door de Algemene Inspectiedienst te verplichten bij zijn evaluatie enkel rekening te houden met het referentiesysteem voor de basisvaardigheden, de eindvaardigheden, de vereiste gemeenschappelijke kennis en de minimale vaardigheden bedoeld in het voormelde decreet van 24 juli 1997.