« L'article 2252 du Code civil, dans la version antérieure à sa modification par la loi du 17 mars 2013, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il a pour effet que la suspension de la prescription dépend de l'interdiction, de sorte que la prescription court contre une personne internée à l'égard de laquelle aucune mesure d'interdiction, au sens de cette disposition, n'a été prise ?
« Schendt artikel 2252 van het Burgerlijk Wetboek, in de versie vóór de wijziging bij wet van 17 maart 2013, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het de schorsing van de verjaring afhankelijk maakt van de onbekwaamverklaring, zodat de verjaring wel loopt ten overstaan van een geïnterneerde opzichtens wie geen maatregel van onbekwaamverklaring zoals bedoeld in die bepaling werd genomen ?