Par dérogation au paragraphe 3 , les États membres veillent à ce que les vétérinaires prestataires de services dans un autre État membre puissent emporter en petites quantités ne dépassant pas les besoins quotidiens , pour les administrer aux animaux , des médicaments vétérinaires préfabriqués , autres que des médicaments immunologiques , lorsque ces médicaments ne sont pas autorisés dans l'État membre dans lequel le service est fourni ( État membre hôte ) , si les conditions suivantes sont remplies :
In afwijking van lid 3 zien de Lid-Staten erop toe dat dierenartsen die diensten verlenen in een andere Lid-Staat , niet-immunologische geprefabriceerde geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik die niet voor gebruik zijn toegelaten in de Lid-Staat waar de diensten worden verleend ( hierna " de ontvangende Lid-Staat " genoemd ) , in kleine hoeveelheden die de dagelijkse behoeften niet overschrijden bij zich mogen hebben en aan de dieren mogen toedienen , mits aan de volgende voorwaarden is voldaan :