« Art. 8 bis. § 1. Par dérogation à l'article 8, lorsqu'une prestation, visée à l'article 7, § 2, de la loi, est liquidée sous forme de capitaux ou de valeurs de rachat, leur contre-valeur en prestation périodique est prise en compte, qu'elle soit imposable ou non, à concurrence de la rente viagère résultant de leur conversion suivant le pourcentage indiqué au tableau ci-après en regard de l'âge révolu du bénéficiaire à la date du fait qui a donné lieu à la liquidation :
« Art. 8 bis. § 1. In afwijking van artikel 8, wanneer een uitkering bedoeld in artikel 7, § 2, van de wet wordt uitbetaald in de vorm van kapitalen of afkoopwaarden, wordt hun tegenwaarde in periodieke uitkering in aanmerking genomen, ongeacht ze al dan niet belastbaar is, ten belope van het bedrag van de lijfrente dat wordt verkregen uit de omzetting tegen het procent dat in onderstaande tabel is vermeld tegenover de volle leeftijd van de verkrijger op de datum van het feit dat heeft aanleiding gegeven tot de uitbetaling :