3. Les États membres qui mettent en oeuvre la présente directive avant que la Commission définisse les valeurs harmonisées de rendement de référence pour la production séparée d'électricité et de chaleur visées au paragraphe 1 devraient adopter, jusqu'à la date visée au paragraphe 1, des valeurs nationales de rendement de référence pour la production séparée de chaleur et d'électricité qui seront utilisées pour le calcul des économies d'énergie primaire réalisées avec la production par cogénération, conformément à la méthode établie à l'annexe III.
3. De lidstaten die deze richtlijn implementeren vóórdat de Commissie de in lid 1 bedoelde geharmoniseerde referentiewaarden voor de gescheiden productie van elektriciteit en warmte heeft vastgesteld, moeten tot de in lid 1 bedoelde datum nationale rendementsreferentiewaarden voor gescheiden productie van warmte en elektriciteit vaststellen voor de berekening van de besparing op primaire energie als gevolg van warmtekrachtkoppeling volgens de methode van bijlage III.
