A. considérant que les industries culturelles et créatives représentent une partie importante de l'économie européenne, qu'elles emploient déjà environ 5 millions de personnes, et que, de par l'effet multiplicateur des innovations dans ce domaine, elles constituent un secteur à fort potentiel de création d'emplois décents, de qualité et non-délocalisables; considérant que les industries culturelles et créatives con
stituent des outils primordiaux pour la réalisation des objectifs établis par l'Union européenne en faveur de l'emploi et
pour le développement d'une société basée sur la connaissance
...[+++]et l'innovation dans le cadre de la stratégie Europe 2020, notamment à travers les initiatives pour les nouveaux emplois et pour une politique industrielle à l'ère de la mondialisation; considérant qu'il convient de créer à cet effet un environnement favorable au développement de ces industries qui contribuent à la promotion de l'identité et de la diversité culturelles à l'échelon local ou régional, au développement de l'emploi et des compétences de qualité, à la compétitivité, à la valorisation des territoires et des patrimoines, naturels ou culturels et à l'innovation technique,A. overwegende dat de cultuurindustrie en de creatieve bedrijfstakken een belangrijk deel van de Europese economie uitmaken, dat zij nu al ongeveer vijf miljoen mensen tewerkstellen en dat zij, dankzij het hefboomeffect van de innovaties op dit gebied, een sector vormen
met veel potentieel voor het scheppen van fatsoenlijke, hoogwaardige banen die niet naar derde landen kunnen worden verplaatst; overwegende dat de cultuurindustrie en de creatieve
bedrijfstakken van primordiaal belang zijn voor de verwezenlijking van de doelstellingen
...[+++] van de Europese Unie op het vlak van werkgelegenheid en de ontwikkeling van een op kennis en innovatie gebaseerde samenleving in het kader van de Europa 2020-strategie, meer bepaald door middel van de initiatieven voor nieuwe banen en voor een industriebeleid in een tijd van mondialisering; overwegende dat daartoe moet worden gezorgd voor een gunstig klimaat voor de ontwikkeling van deze sectoren, die bijdragen tot de bevordering van culturele identiteit en verscheidenheid op lokaal of regionaal vlak, de ontwikkeling van werkgelegenheid en hoogwaardige vaardigheden, het concurrentievermogen, het tot zijn recht laten komen van het landschappelijk, natuurlijk en cultureel erfgoed, en de technologische innovatie,