« § 2 bis. Lorsqu'il y a plusieurs attributaires avec un droit résiduaire en faveur du même enfant en vertu des présentes lois, le droit aux allocations familiales est fixé par priorité dans le chef de l'attributaire désigné selon l'ordre prévu sous le § 2, A, 2º, a) et b), à moins qu'une priorité puisse être fixée sur base d'autres dispositions de ces lois».
« § 2 bis. Wanneer er verscheidene rechthebbenden met een residuair recht zijn ten behoeve van eenzelfde kind krachtens deze wetten, wordt het recht op kinderbijslag bij voorrang vastgesteld in hoofde van de rechthebbende aangewezen volgens de orde bepaald in § 2, A, 2º, a) en b), tenzij op grond van andere bepalingen van deze wetten een voorrang kan worden vastgesteld».