Il résulte de l'avis du Conseil d'État que les critères définis par l'article 29, paragraphe premier du projet de loi seraient « trop imprécis pour encadrer et limiter efficacement le pouvoir conféré au Roi de classer les infractions aux règlements pris en exécution de la loi relative à la sécurité routière, en différentes catégories».
Uit het advies van de Raad van State vloeit voort dat `de criteria bepaald in het ontworpen artikel 29, §1, onvoldoende duidelijk zijn om de aan de Koning opgedragen bevoegdheid om de overtredingen van reglementen vastgesteld ter uitvoering van de verkeerswet in verschillende categorieën in te delen, op doelmatige wijze te kunnen omkaderen en afbakenen'.