Selon la Cour, le Tribunal a commis une erreur de droit en jugeant que Portielje, la fondation mère de Gosselin, ne pouvait être sanctionnée que si, prise isolément, elle pouvait être qualifiée d’entreprise au sens du droit de la concurrence.
Volgens het Hof heeft het Gerecht blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat Portielje, de moederstichting van Gosselin, slechts kon worden bestraft indien zij, afzonderlijk beschouwd, als onderneming in de zin van het mededingingsrecht kon worden aangemerkt.