Il s'agit de l'article 26 de la Convention qui dispose que chaque État Partie prend les mesures appropriées pour encourager les personnes qui participent ou ont participé à des groupes criminels organisés « à fournir des informations utiles aux autorités compétentes à des fins d'enquête et de recherche de preuves » et « à fournir une aide factuelle et concrète aux autorités compétentes, qui pourrait contribuer à priver les groupes criminels organisés de leurs ressources ou du produit du crime ».
Die bepaling is artikel 26 van het Verdrag, naar luid waarvan iedere Verdragsluitende staat gepaste maatregelen neemt om de personen die betrokken zijn of betrokken zijn geweest bij georganiseerde criminele groepen aan te moedigen om « nuttige gegevens te verstrekken aan de bevoegde autoriteiten met het oog op het onderzoek en het zoeken naar bewijzen » en « aan de bevoegde autoriteiten feitelijke en concrete hulp te bieden, die ertoe zou kunnen bijdragen de georganiseerde criminele groepen hun inkomsten of opbrengsten van misdrijven te ontnemen ».