Le 12 décembre dernier, la cinquième chambre de la Cour de justice européenne a rendu un
arrêt qui condamne notre pays dans sa méthode d'imputation de la majoration de quotité exemptée d'impôt pour enfant(s) à charge : " L'article 49 TFUE doit être interprété en ce sens qu'il s'oppose à l'application d'une réglementation fiscale d'un État membre, telle que celle en cause au principal,
ayant pour effet de priver un couple résidant dans cet État et percevant à la fois des revenus dans ledit État et dans un autre État membre du bénéfice
...[+++] effectif d'un avantage fiscal déterminé, en raison de ses modalités d'imputation, alors que ce couple en bénéficierait si le conjoint ayant les revenus les plus importants ne percevait pas l'intégralité de ses revenus dans un autre État membre”.Op 12 december jongstleden heeft de vijfde kamer van het Europees Gerechtshof een arrest geveld waarin ons land wordt veroordeeld voor de wijze waarop het de verhoogde belastingvrije som voor kinderen ten laste toekent: “Artikel 49 VWEU dient aldus te worden uitgelegd dat het zich verzet tegen de toepassing van een belastingregeling van een lidstaat als die welke in het hoofdgeding aan de orde is, die tot gevolg heeft dat een echtpaar dat in die staat woont en zowel in d
ie staat als in een andere lidstaat inkomsten verwerft, daadwerkelijk een bepaald belastingvoordeel verliest als gevolg van de wijze waarop dit voordeel wordt aangerekend
...[+++], terwijl dit echtpaar dat voordeel wel zou krijgen indien de echtgenoot met de hoogste inkomsten niet zijn volledig inkomen in een andere lidstaat zou verwerven”.