Dans cette optique, la doctrine et la jurisprudence s'accordent à considérer que les privilèges constituent un droit dérogatoire au principe de droit commun de l'égalité entre les créanciers et qu'ils doivent par conséquent faire l'objet d'une interprétation restrictive (entres autres K. Byttebier, Voorrechten en hypotheken in hoofdlijnen, Antwerpen, Maklu, 1997, 237, 213; I. Moreau-Margrève, « Faut-il réviser les dispositions du code civil en matière de sûretés ?
In die optiek is de rechtsleer en de rechtspraak unaniem dat voorrechten uitzonderingsrecht zijn ten aanzien van het gemeenrechtelijk beginsel van de gelijkheid tussen schuldeisers en vallen als dusdanig restrictief te interpreteren (o..a. K. Byttebier, Voorrechten en hypotheken in hoofdlijnen, Antwerpen, Maklu, 1997, 237, 213; I. Moreau-Margrève, « Faut-il réviser les dispositions du code civil en matière de sûretés ?