1. Nonobstant l'article 3, u
n État membre peut, lorsqu'un des transporteurs aériens titulaires d'une licence qu'il a délivrée a commencé à exploiter un service de transport aérien régulier de passagers au moyen d'aéronefs d'une capacité ne dépassant pas 80 sièges sur une nouvell
e liaison entre des aéroports régionaux, dont la capacité ne dépasse pas 30 000 sièges par an, refuser, pendant une période de deux ans, l'exploitation d'un service aérien régulier par un autre transporteur aérien, à moins que ce service ne
...[+++] soit exploité au moyen d'aéronefs d'une capacité ne dépassant pas 80 sièges ou qu'il fasse partie d'un service sur lequel pas plus de 80 sièges sont mis en vente sur chaque vol entre les deux aéroports en question.1. In afwijking van artikel 3 kan een Lid-Staat, wanneer één van de luchtvaartmaatschappijen waaraan hij een vergunning heeft verleend, een geregelde passagiersdienst met luchtvaartuigen met niet meer dan 80 zitplaatsen is begonnen op een
nieuwe route tussen regionale luchthavens waarbij de capaciteit niet groter is dan 30 000 zitplaatsen per jaar, gedurende een periode van twee jaar het onderhouden van een geregelde luchtdienst door een andere luchtvaartmaatschappij weigeren, tenzij deze wordt onderhouden met luchtvaartuigen met niet meer dan 80 zitplaatsen of zodanig wordt onderhouden dat per vlucht tussen de twee betrokken luchthavens
...[+++] niet meer dan 80 zitplaatsen te koop zijn.