21. se dit préoccupé par la situation des militants des droits de l'homme et des membres de l'opposition politique à Bahreïn; se félicite de la décl
aration sur Bahreïn adoptée par le Conseil des droits de l'homme en septembre 2013, qui a été signée par tous les États membres de l'Union; demande la libération immédiate et inconditionnelle de tous les prisonniers d'opinion, militants politiques, journalistes, défenseurs des droits de l'homme et manifestants pacifiques; demande aux États membres de l'Union d'œuvrer à l'a
doption, lors de la prochaine session ...[+++] du Conseil des droits de l'homme, d'une résolution sur les droits de l'homme à Bahreïn centrée sur la mise en œuvre des engagements pris par le pays au cours de la procédure d'examen périodique universel et sur l'application des recommandations formulées par la commission d'enquête indépendante de Bahreïn, accueillie favorablement par le roi de Bahreïn, y compris celles relatives aux défenseurs des droits de l'homme;
21. spreekt zijn bezorgdheid uit over de situatie van mensen die in Bahrein opkomen voor de mensenrechten en actief zijn in de politieke oppositie; is tevreden met de verklaring over Bahrein in de UNHRC van september 2013, die door alle EU-lidstaten is ondertekend; vraagt de onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van alle politieke gevangenen, politieke activisten, journalisten, verdedigers van de mensenrechten en vreedzame protestanten; vraagt de EU-lidstaten te werken aan de goedkeuring
tijdens de volgende vergadering van de UNHRC van een resolutie over de mensenrechtensituatie in Bahrein, met focus op de tenuitvoerlegging va
...[+++]n de toezeggingen die Bahrein heeft gedaan tijdens het proces van de universele periodieke doorlichting en de aanbevelingen van de onafhankelijke onderzoekscommissie van Bahrein, inclusief die met betrekking tot mensenrechtenverdedigers, waarmee de koning van Bahrein zich tevreden heeft verklaard;