» La tâche consistant à assister le juge n'est pas passive; le greffier est le notaire de l'action judiciaire (cf. art. 155 et 189 du Code d'instruction criminelle), il doit être présent à l'audience, dresser procès-verbal des actes du juge (et de toutes les parties) et les authentifier, et ce notamment pour exclure tout arbitraire et pour garantir le déroulement régulier de la procédure.
De taak van bijstand aan de rechter is geen passieve rol; hij is de notaris van het gerechtelijk gebeuren (cf. art. 155 en 189 Wetboek van strafvordering); « hij dient aanwezig te zijn op de terechtzitting, de verrichtingen van de rechter (en van alle partijen) te notuleren en er authenticiteit aan te verlenen, maar dit ook als waarborg tegen willekeur, als waarborg van een regelmatig verloop van de procedure ».