« L'article 804, alinéa 2, du Code judiciaire, en ce qu'il ren
d contradictoire la procédure à l'égard d'une partie défaillante à l'audience à laquelle la cause a été fixée ou remise, du seul fait que cette partie a comparu conformément aux articles 728 ou 729 C. J. et a déposé des conclusions, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution dans la mesure où il introduit une différence de traitement entre cette partie et d'autres parties à un procès, ayant é
galement déposé des écrits de procédure et fait défaut à l'audience à laqu
...[+++]elle la cause a été fixée ou remise, mais contre lesquelles seul un jugement par défaut peut être prononcé, comme par exemple le défendeur qui n'aurait pas comparu à l'audience d'introduction ?« Schendt artikel 804, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, in
zoverre het voorziet in een rechtspleging op tegenspraak ten aanzien van een partij die niet verschijnt op de zitting waarop de zaak is bepaald of waartoe zij is verdaagd, vanwege het enkele feit dat die partij is verschenen overeenkomstig artikel 728 of 729 G.W. en conclusies heeft neergelegd, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het een verschil in behandeling invoert tussen die partij en andere procespartijen die eveneens proceduregeschriften hebben neergelegd en niet zijn verschenen op de zitting waarop de zaak is bepaald of waartoe zij is verdaagd, maar te
...[+++]gen wie alleen een verstekvonnis kan worden uitgesproken, zoals de verweerder die niet zou zijn verschenen op de inleidende zitting ?