§ 3 Celui qui demande une admission à l'exploitation pour des véhicules ferroviaires selon la procédure simplifiée d'admission technique (article 4, § 1, lettre b)), doit joindre à sa demande le certificat d'admission de type de construction, établi conformément à l'article 11, § 2, et prouver, d'une manière appropriée, que les véhicules pour lesquels il demande l'admission à l'exploitation, correspondent à ce type de construction.
§ 3 Degene die een gebruikstoelating aanvraagt voor spoorwegvoertuigen volgens de vereenvoudigde procedure van de technische toelating (artikel 4, § 1, onder b), moet bij zijn aanvraag het certificaat van de typetoelating van het prototype voegen dat is opgesteld overeenkomstig artikel 11, § 2 en op een geëigende manier bewijzen dat de voertuigen, waarvoor hij de gebruikstoelating aanvraagt, met dit prototype overeenkomen.