Au point b), il est demandé aux États de veiller à ce que les personnes handicapées ne soient pas privées, en raison de leur handicap, de la capacité d'obtenir, de posséder et d'utiliser des titres attestant leur nationalité ou autres tires d'identité ou d'avoir recours aux procédures pertinentes, telles que les procédures d'immigration, qui peuvent être nécessaires pour faciliter l'exercice du droit de circuler librement.
In punt b. wordt de Staten gevraagd erop toe te zien dat personen met een handicap op grond van hun handicap, niet beroofd worden van de mogelijkheid documenten inzake hun nationaliteit of hun identiteit te verwerven, te bezitten en te gebruiken. De Staten dienen eveneens gebruik te maken van de relevante procedures, zoals de immigratieprocedures, die nodig kunnen zijn om het recht van vrijheid van verplaatsing te kunnen uitoefenen.