Trois situations doivent cependant être distinguées : 1. le mineur ne fait l'objet d'aucune procédure protectionnelle à son égard pour un fait de délinquance ; 2. le mineur fait l'objet d'une procédure protectionnelle pour un fait de délinquance ; 3. le jeune majeur fait l'objet d'une mesure de protection de la jeunesse pour un fait de délinquance, mesure qui a été prolongée en vertu de l'article 37, §3 alinéas 2 et 3 de la loi du 8 avril 1965 .
Er moet echter een onderscheid tussen drie gevallen worden gemaakt: 1. er loopt geen enkele beschermingsprocedure ten aanzien van de minderjarige wegens delinquentie; 2. er loopt een beschermingsprocedure ten aanzien van de minderjarige wegens delinquentie; 3. er is wegens delinquentie een jeugdbeschermingsmaatregel genomen ten aanzien van de jonge meerderjarige die krachtens artikel 37, §3, tweede en derde lid, van de wet van 8 april 1965 verlengd is.