Dans la mise en demeure, adressée au Gouvernement fédéral le 4 octobre 1994, la Commission a estimé que les conditions permettant exceptionnellement de recourir à la procédure négociée accélérée n'étaient pas réunies, point de vue que le Gouvernement fédéral a contesté dans sa réponse.
In de schriftelijke aanmaning, die op 4 oktober 1994 aan de Bondsregering werd gericht, stelde de Commissie dat naar haar oordeel niet aan alle voorwaarden was voldaan om bij wijze van uitzondering gebruik te maken van de versnelde procedure van gunning via onderhandelingen, welk standpunt door de Bondsregering in haar antwoord werd betwist.