jusqu'à 60 % des dépenses réelles (jusqu'à 75 % dans les zones défavorisées) pour les investissements dans les moyens de production agricole (bâtiments agricoles: greniers, séchoirs à fourrage, ruches, moulins et scieries), à condition qu'il ne résulte de l'investissement en cause aucun accroissement de la capacité de production,
investeringen in erfgoedelementen die deel uitmaken van de productieve activa: tot 75 % van de werkelijke uitgaven in probleemgebieden en tot 60 % in andere gebieden (bedrijfsgebouwen: graanschuren, droogrekken, bijenkorven, molens, houtzagerijen), op voorwaarde dat de investeringen niet leiden tot een verhoging van de productiecapaciteit;