Lorsque la Commission européenne accorde à la Belgique une dérogation aux paragraphes 1, 2 et 3, pour produire des plantes mères initiales et des matériels initiaux dans un champ non protégé des insectes pour des genres ou des espèces déterminés, ces matériels sont identifiés par une étiquette assurant leur traçabilité.
Wanneer de Europese Commissie een afwijking van paragraaf 1, 2 en 3 toestaat aan België voor specifieke geslachten of soorten om in het veld onder niet-insectenvrije omstandigheden prebasismoederplanten en prebasismateriaal te produceren, wordt dergelijk materiaal met een etiket geïdentificeerd om de traceerbaarheid ervan te waarborgen.