l'introduction d'un cadre général pour la professionnalisation du travail domestique et des soins aux personnes, dans le but d'une reconnaissance et d'une normalisation des métiers et compétences correspondants et de l'évolution des carrières, notamment des droits accumulés conformément aux particularités des États membres.
de uitwerking van een algemeen kader voor de professionalisering van huishoudelijk werk en zorg, met het oog op de erkenning en standaardisering van de desbetreffende beroepen, vaardigheden en loopbaanontwikkeling, met inbegrip van rechten die zijn opgebouwd in overeenstemming met de specifieke kenmerken van de lidstaten.