II. - Ayants droit 2.1. Chômage avec complément d'entreprise Art. 2. En vertu de l'article 3, § 7 de l'arrêté royal du 3 mai 2007 fixant le régime de chômage avec complément d'entreprise et de la convention collective de travail n° 11
5 du 27 avril 2015, peuvent prétendre au régime de chômage avec complément d'entreprise, les ouvrie(è)r(e)s : 1° dont le licenciement a été signifié, sauf en cas de motif grave au sens de la législation sur les contrats de travail, entre le 1 janvier 2015 et le 31 décembre 2016, et qui; 2° conformément à la convention collective de travail n° 116 du 27 avril 2015, ont atteint l'âge de
...[+++] 58 ans ou plus à la fin du contrat de travail et durant la durée de validité de la présente convention, et qui; 3° peuvent se prévaloir au moment de la fin du contrat de travail d'une passé professionnel d'au moins 40 ans en tant que travailleur salarié, et qui; 4° ont droit aux allocations de chômage.II. - Rechthebbenden 2.1. Werkloosheid met bedrijfstoeslag Art. 2. Ingevolge artikel 3, § 7 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag en collectieve arbeidsovereenkomst nr. 115 van 27 april 2015, kunnen aanspraak maken op het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, de arbeid(st)ers : 1° die worden ontslagen, behalve om een dringende reden in de zin van de wetgeving betreffende de arbeidsovereenkomsten, tussen 1 januari 2015 en 31 december 2016, en die; 2° in overeenstemming met collectieve arbeidsovereenkomst nr. 116 van 27 april 2015, de leeftijd van 58 jaar of ouder hebben bereikt op het einde van de arbeidsovereenkomst en tijdens de geldigheidsduur van deze overee
...[+++]nkomst, en die; 3° op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst een beroepsverleden van ten minste 40 jaar als loontrekkende kunnen laten gelden, en die; 4° recht hebben de op werkloosheidsuitkeringen.