La loi du 4 avril 1995, en son article 4, 2º, a introduit un paragraphe 3, dans l'article 206 CIR supprimant l
a déductibilité des pertes professionnelles antérieures des revenus professionnels « de la période imposable et des périodes imposables ultérieures, lorsque la moyenne du chiffr
e d'affaires et des produits financiers comptabil
isés au cours des exercices sociaux se rattachant aux trois périodes imposables précédentes représe
...[+++]nte moins de 5 p.c. de la moyenne du montant total de l'actif figurant dans les comptes annuels de ces exercices ».
Artikel 4, 2º, van de wet van 4 april 1995 vult artikel 206 WIB aan met een paragraaf 3 die ertoe strekt de vorige beroepsverliezen niet langer aftrekbaar te maken van de bedrijfsinkomsten « van het belastbare tijdperk, noch van enig ander belastbaar tijdperk, wanneer het gemiddelde van de omzet en de financiële opbrengsten die zijn geboekt tijdens de boekjaren welke verbonden zijn met de drie vorige belastbare tijdperken, minder bedraagt dan 5 pct. van het gemiddelde van het totaal bedrag van de activa, zoals dat voorkomt in de jaarrekeningen van die boekjaren ».