demande un examen et un échange des meilleures pratiques qui visent à favoriser l'efficacité entre les États membres et qui peuvent comprendre la promotion de programmes conjoints, l'évaluation par des pairs, la mise en place de missions conjointes, l'utilisation d'infrastructures communes (comme les centres de transit) et l'organisation de missions dans les États membres afin d'évaluer les initiatives de réinstallation en cours;
vraagt dat beste werkwijzen worden overwogen en uitgewisseld die een doeltreffende samenwerking tussen de lidstaten bevorderen, bijvoorbeeld het bevorderen van gezamenlijke programma's, collegiale toetsing, het opzetten van gezamenlijke missies, het gebruik van gemeenschappelijke infrastructuur (zoals transitcentra) en de organisatie van bezoeken aan lidstaten om de aan de aan de gang zijnde hervestigingsinitiatieven te evalueren;