a constaté avec regret que la Fondation n'avait toujours pas résolu le problème de la présentation correcte dans ses comptes des dépenses afférentes au programme Tempus; a relevé que ce problème persistait en dépit des critiques réitérées par la Cour des comptes dans ses rapports annuels depuis 1999 et que la Cour avait par conséquent formulé une réserve sur les comptes de la Fondation; a demandé instamment que les comptes de la Fondation respectent les principes d'unité et de vérité budgétaire,
zijn teleurstelling uitspreekt over de vaststelling dat de Stichting het probleem betreffende de juiste presentatie in zijn rekeningen van uitgaven in verband met het Tempus-programma nog altijd niet heeft opgelost, erop wijst dat dit probleem voortduurt ondanks herhaalde kritiek van de Rekenkamer in de jaarverslagen sinds 1999 en dat de Rekenkamer als gevolg daarvan een verklaring met beperking heeft afgegeven met betrekking tot de rekeningen van de Stichting, en erop aandringt dat de rekeningen van de Stichting stroken met de beginselen van eenheid en begrotingswaarachtigheid;